Parelspanner
vogelvallei
de aarde in bergen en dalen
verborgen zijn de vleugels
het gekrijs van duizend kelen
zacht de lokroep van het bos
achter de bergen het uitgewaaide varen
spookschip
in doorkliefde schuimsels
overwind zich het schip
oneindig zwervend
in beeldloze wateren
nooit bereikt het de branding aan de kust
zeeverdoving
zacht het water in bronloos geboorte
witte beelden vermengen zich met het ontwaren
het lichaam kabbelt onder de zee
aan de rand van het water doorschijnt het bos
krakend bos in maanlicht
zie het neergedaalde lichten
uitgespreid over bemoste gronden
roerloos de bomen
ontspannen breken de takken
boktor
op de grond het gehoornde graven
door bladeren en zwijnshaar licht het duister
de mist komt op
nevelmoeraskijn
de flarden omranden het stilstaande water
in de takken de blikken
van vervlogen vogels
uit een verte klinkt gerinkel
blikfabriek
gekraak en ontbreeksels
van elkaar geraakten
een blik te vervullen
het kent niet zijn rand
stil zijn de omringde plaatsen
fluistergewelf
tussen verhoogde muren
in dicht gefluister verweven
weerkaatsing van onuitgesproken klanken
in ronde gewelven
parelspanner
alle richtingen raken zich
in de omarming van het ovalen wezen
de overspanning bereikt hier zijn grens
het land doorboort het licht
luchtspiegeling
gespiegeld in alle delen
van een zelf weerspiegelende bron
verplaatsbaar door zacht verdraaibare bogen
raamloos word het beeld
het gewichtloosheidsprincipe
wit doorschijnend licht
het onomwonden slachten
de zwaarte verzonken in doorleefbare wolken
die niemand kent